Goed! Ondervoeding leidt tot minder eiwitten in het bloed. Daardoor zal de osmotische druk van het bloed dalen. Als het hart zijn normale conditie houdt zal de hydrostatische druk aan de arteriële kant van het capillairbed ongewijzigd blijven. Het weefsel zal meer vocht vasthouden. Dit kan leiden tot het typische honger oedeem.
Fout! Ondervoeding leidt tot minder eiwitten in het bloed. Daardoor zal de osmotische druk van het bloed dalen. Als het hart zijn normale conditie houdt zal de hydrostatische druk aan de arteriële kant van het capillairbed ongewijzigd blijven. Het weefsel zal meer vocht vasthouden. Dit kan leiden tot het typische honger oedeem.
Fout! Ondervoeding leidt tot minder eiwitten in het bloed. Daardoor zal de osmotische druk van het bloed dalen. Als het hart zijn normale conditie houdt zal de hydrostatische druk aan de arteriële kant van het capillairbed ongewijzigd blijven. Het weefsel zal meer vocht vasthouden. Dit kan leiden tot het typische honger oedeem.

ultrafiltratie

Onder abnormale omstandigheden kunnen de netto filtratie en reabsorptie uit evenwicht raken. Een voorbeeld daarvan is de situatie van ondervoeding.

Welke veranderingen kunnen er verwacht worden in deze balans bij ondervoeding?

 

filtratie > reabsorptie
geen veranderingen
reabsorptie > filtratie