stap 1
stap 2
stap 3
stap 4

Een actiepotentiaal arriveert aan het eind van het axon van een motorneuron.
Verschillende synapsen (neuromusculaire juncties) worden geactiveerd.

Druk op "stap 2"

De in het presynaptische deel van de neuromusculaire junctie aanwezige neurotransmitters (ACh) worden vrijgelaten in de synaptische spleet.
De ligand gestuurde ionkanalen van het sarcolemma openen zich waardoor er een EPSP ontstaat.
Een combinatie van EPSPs veroorzaakt een actiepotentiaal in het sarcolemma.

Via de T-tubuli wordt de actiepotentiaal voortgeleid naar het inwendige van de spiercel.
De actiepotentiaal activeert de wand van het sarcoplasmatisch reticulum dat doorlaatbaar wordt voor Ca2+ ionen.
Ca2+ wordt vrijgelaten in het cytoplasma rond de myofilamenten. Dit is een alles-of-niets proces.
De Ca2+ ionen binden aan de troponine van het actinefilament waardoor het met het naburige myosine dwarsverbindingen kan vormen.

De dwarsverbindingen tussen de myosine en actine filamenten veroorzaken een contractiekracht.
Als tegelijkertijd meerdere spiervezels worden geactiveerd kan dat leiden tot contractie van een hele spier.

spieractivatie

Nadat een motorneuron een actiepotentiaal heeft voortgeleid tot aan zijn motoreindplaat kunnen de betreffende spiervezels contraheren.

Het mechanisme daartoe wordt hiernaast afgebeeld in vier achtereenvolgende stappen.