Bij een gesloten kaak heeft het kaakkopje contact met de achterste band.
Druk op "stap 2"

In het begin van de openbeweging treedt er een schommelbeweging op in het onderste compartiment. Het kaakkopje heeft nu contact met de intermediaire zone van de discus.
De positie van de discus ten opzichte van de schedel is nog niet veranderd.

De schommelbeweging is doorgegaan, zodat het kaakkopje contact heeft gekregen met de voorste band.
Ook in het bovenste gewrichtscompartiment heeft een beweging plaatsgevonden: de discus is naar voren geschoven (schuif).

Tegen het einde van de openbeweging is de discus maximaal naar voren verplaatst. Een verdergaande opening kan nu alleen nog plaatsvinden door nog een kleine (schommel) beweging in het onderste compartiment.

Nu is de onderkaak maxmaal geopend. De discus is maximaal naar voren geschoven.
Bij sluiting van de kaak vinden de beschreven bewegingen (min of meer) in omgekeerde volgorde plaats.

Meestal vindt er bij een kaakopening een beweging plaats in zowel het onderste als bovenste gewrichtscompartiment. In het bovenste compartiment vindt dan een schuif-beweging plaats, in het onderste compartiment een schommel-beweging.

Dit is hiernaast in vijf stappen te zien. Druk op de achtereenvolgende stappen.

stap 1
stap 2
stap 3
stap 4
stap 5